G

Gezinsvakantie Kaapverdië – eilandhoppen in Afrika

Deze zomer ben ik met mijn gezin naar Kaapverdië geweest. Niet naar de bekende ‘toeristische’ eilanden Sal en Boa Vista, maar eilandhoppen tussen de minder bekende eilanden. Hier ben je in Afrika, ver weg van het massatoerisme en de grote resorts. Hier maak je kennis met de muziek van de eilanden, de natuur, de bergen en de vriendelijke mensen. Heel bijzonder en nog minder toeristisch dan ik al had verwacht.

Al sinds ik was getipt door een kennis over Kaapverdië was ik nieuwsgierig. De eilanden zijn relatief dichtbij en goed bereikbaar met een directe vlucht van/naar Amsterdam. Ook heb je het hele jaar goed weer. Kortom: het zou dus een ideale bestemming voor gezinnen met kleine kinderen kunnen zijn. Nu we eindelijk de kans hebben om zelf te gaan had ik het liefst direct álle eilanden van de archipel bezocht. Met de binnenlandse vluchten en ferry’s die je hiervoor nodig hebt was dat helaas niet haalbaar. Maar het is wel gelukt om vijf eilanden te bezoeken, die allemaal heel verschillend en uniek waren.

De eilanden die we bezochten en onze favoriete plekken

Het vrolijke Mindelo op Sao Vicente, de groene, mooie en indrukwekkende Paúl Vallei op Santo Antao, de bergen en het palmenstrandje bij Tarrafal op Santiago, het vriendelijke Maio met de uitgestrekte witte stranden en het toeristische plaatsje Santa Maria op Sal. Iedereen in ons gezin lijkt een ander favoriet eiland te hebben.

Sao Vicente – het muziekeiland

Sao Vicente staat bekend als het muziekeiland, maar eigenlijk geldt dat voor alle eilanden. Inwoners van Kaapverdië kunnen gemiddeld zo’n 3 verschillende instrumenten bespelen! Mindelo is een leuke stad. Mooie oude kleurrijke panden, Portugese tegeltjes op muren, muurschilderingen, marktjes, leuke cafeetjes en het heeft ook een verrassend mooi stadsstrand met zelfs een moderne beachclub.

Huur tijdens je verblijf zeker een dag een auto om het eiland rond te rijden. Het woestijnklimaat maakt het landschap uniek. Misschien niet zo indrukwekkend als buureiland Santo Antao, maar toch zeer de moeite waard en ook op Sao Vicente kun je mooie wandelingen maken. Zodra je de stad verlaat rijd je tussen bergen, langs uitgestrekte stranden en ruige kustlijnen. Er zijn stranden populair bij lokale gezinnen omdat het water rustig is en je ook met kleine kinderen goed kunt zwemmen. Ook zijn er afgelegen stranden waar je 3 kwartier off-road-hobbelen voor over moet hebben om er te komen. Dat kan overigens ook gewoon in een Fiat Panda…. Bij de stranden hier waren de golven hoog en worden surfwedstrijden gehouden (alleen gevorderden!)

Op Sao Vicente overnachtten we in het mooiste hotel van onze reis. Modern, ruime kamers met hangmat op het balkon, het geweldige dakterras met uitzicht over de stad en zee, op loopafstand van het oude centrum en met een fijn zwembadje. Een aanrader!

Santo Antao – indrukwekkende wandelparadijs

Vanuit Sao Vicente namen we de veerboot naar Santo Antao, het groene eiland dat vooral bekend is vanwege de goede wandelmogelijkheden. Ook met kleine kinderen kun je passende wandelingen maken. Vooral de groene vallei van Paúl is indrukwekkend en als je op dit eiland overnacht (aanrader!), moet je zeker kiezen voor een plek in de vallei om het eiland echt te kunnen ervaren. Vergeet ook niet om de vallei van de uitzichtpunten van bovenaf te bekijken, ook dat is indrukwekkend!

Santiago – het veelzijdige Afrikaanse eiland

Op Santiago ligt de hoofdstad van het land: Praia. Deze grote stad ligt aan zee en heeft verschillende stadsstranden waar je niet het schoonste water van het eiland hebt, maar wel moderne beachclubs. Het oude centrum, Plateau, is gezellig, maar klein. Santiago is vooral interessant door de bergen (prachtig wandelen!), de Afrikaanse markten en het vrolijke palmenstrand Tarrafal.

De meeste mensen bezoeken ook Cidade Velha, vooral vanwege de slavernij geschiedenis. Al snel nadat de Portugezen het onbewoonde Kaapverdië ontdekt hadden werd dit een belangrijk tussenstation voor de slavenhandel tussen West-Afrika en Amerika. De Pelourinho, de slavenpaal, die nog in Cidade Velha (de oude hoofdstad) staat is hier een belangrijk overblijfsel van. Er staat geen bordje met informatie bij en de paal staat nu enigszins onopvallend op een pleintje met uitzicht op zee, maar schijn bedriegt. Aan deze paal werden de slaven vastgebonden voordat zij afgeranseld werden en staat dus symbool voor heel veel leed. Een kort bezoek waard en als je er dan toch bent kun je direct het oude fort bezoeken om te genieten van het uitzicht.

Tijdens ons verblijf op Santiago verbleven we een paar dagen in een glampingtent midden in de bergen in een klein dorpje bij een vriendelijke bed & breakfast. Ver weg van de hoofdweg: 30-45 minuten hobbelen door de bergen. Overbodig te zeggen dat het hier heerlijk rustig is. Je hoort de hele dag de ezels balken, iedereen die langsloopt zegt vriendelijk gedag en als onze ‘overbuurvrouw’ haar maaltijd op een houtvuurtje gaat koken bereiken de heerlijkste geuren onze veranda met uitzicht op de vallei. Wifi is hier beperkt, maar de spelletjeskast van de B&B heeft voldoende keuze. Best fijn voor een paar dagen en zelfs de kinderen accepteren zonder mopperen de wifi-vrije dagen.

Tarrafal heeft als enige strand van de Kaapverdië palmbomen en staat daarom bekend als het bounty-strand van het land.

Om de hoek liggen de surfstranden. Als wij er zijn is de surfleraar helaas niet op het eiland en de golven zijn toch echt te hoog voor onze kinderen om zelf wat te oefenen. We beperken ons dus tot het kijken naar de lokale jongens die ‘iets’ meer ervaring hebben. Maar ook dat is leuk. Normaal heb je hier de Santiago Lounge Bar waar je heerlijk kunt zitten, maar zij hebben tijdelijk alleen een vestiging in de stad zelf. Over een paar maanden, als hun locatie aan zee weer open is, is het hier ongetwijfeld prima uit te houden voor een middagje. Overigens: hier kun je prima eten/lunchen, met voldoend kindvriendelijke gerechten op de menukaart en zelfs de oer-Hollandse ‘kapsalon’.

Maio – uitgestrekte stranden

Vanaf Santiago nemen we het vliegtuig naar Maio. De vlucht van 8 minuten heeft maar liefst 3,5 uur vertraging, maar dat schijnt te horen bij eilandhoppen op de Kaapverdische Eilanden. De ferry is in onderhoud en vaart momenteel nauwelijks, wat betekent dat de inwoners van Maio een soort van ‘vast’ zitten op hun eiland. Voor veel van hen is de vlucht namelijk veel te duur.

Maio is, net als Sal en Boa Vista, een kaal en droog woestijneiland met uitgestrekte witte stranden en een turkooisblauwe zee. Maar door de slechte bereikbaarheid zonder grote aantallen buitenlandse toeristen. Op Maio kabbelt het leven rustig voort en ik vond dat best lekker eigenlijk. Het kan zomaar mijn favoriete eiland zijn. Het fijne stadsstrand, het gezellige dorpje, het voetballen met de lokale kinderen en vooral de vriendelijke mensen maken dat ik hier het liefst nog wat langer zou willen blijven. En natuurlijk het feit dat ik nu eindelijk een keer zeeschildpadden op het strand heb zien komen om eieren te leggen. Zo bijzonder! Benieuwd waarom ik nu net op dit eiland een beetje verliefd werd? Lees dan mijn verhaal over het eiland Maio.

Sal – het comfort van een toeristisch eiland met de nodige couleure locale

Ons laatste eiland is weer even wennen. Ineens zijn we op een eiland waar meerdere Nederlandse en andere westerse gezinnen en stelletjes rondlopen. Waar het ook overdag al druk is op het strand en de verkopers ons aanspreken om ons hun winkel in te lokken of iets te laten kopen bij hun kraampje. Het blijft overigens wel vriendelijk en een simpel ‘nee’ wordt gerespecteerd. Alles is relaxt, “no stress” is immers niet voor niets het meest gebruikte zinnetje op de eilanden.

Santa Maria, het plaatsje waar we verblijven, is ook de plek met meer keus uit restaurants, meer mensen die Engels spreken en meer vertier. Op de pier is het vooral in de ochtend druk. Hier vind je de lokale vismarkt, waar de visvrouwen de vis verkopen, de vissers na een nacht op zee uitrusten en de toeristen hun foto’s maken. Maar ook hier is het strand mooi, het water helder turkooisblauw en kun je lange wandelingen maken. Op het strand huren we bodyboards waar de kinderen een hele middag zoet mee zijn. De laatste dag vliegt voorbij. De vakantie zit er weer op. En minder dan 6 uur laten landen we weer op Schiphol.

Wat vonden we van de Kaapverdische Eilanden?

De eilanden hebben ons weten te verrassen. Het was Afrikaanser en minder toeristisch dan verwacht. Helaas hebben we de eilanden niet op hun mooist gezien. De natuur op de (normaal) groenere eilanden was nu overwegend kaal en droog doordat het al 2-3 jaar onvoldoende heeft geregend. Maar evengoed was het indrukwekkend. Het maakt me wel nieuwsgierig. Hoe zal het eruit zien als de bergen frisgroen zijn, er water door de rivieren stroomt, de stuwmeren gevuld zijn en je in de bergen watervallen hebt? Hoe mooi zal het dan wel niet zijn?

Omdat het toerisme nog niet zo ontwikkeld is voelde onze rondreis op bepaalde momenten meer als ‘reizen’ dan als ‘vakantie’. Maar dat komt zeker ook door ons hoge reistempo om zo veel mogelijk eilanden te zien in een korte tijd. En dat hoort weer bij het leven van Travel Manager. Reizen is mijn werk en als ik ergens ben wel ik ook zo veel mogelijk kennis opdoen, zodat ik jullie uit eigen ervaring kan vertellen welke eilanden je het best kunt bezoeken. Missie geslaagd, dus mail of bel me gerust als jij ook nieuwsgierig bent geworden en met je kinderen wil gaan eilandhoppen in Kaapverdië!